VeiligheidNL presenteerde deze maand haar whitepaper "In psychische nood. De vergeten last na een letsel. (augustus 2014)". Het rapport is tot stand gekomen in een samenwerking tussen VeiligheidNL, Erasmus MC, AMC Psychiatrie en AMC Kinder- en Jeugdpsychiatrie en VU Klinische Psychologie.
Het rapport
De Volkskrant berichtte hier vandaag over. "In Nederland belanden jaarlijks 770 duizend mensen na een ongeval met letsel op de Spoedeisende Hulp, onder wie alleen al 130 duizend na verkeersongelukken. Uit onderzoek van AMC onder ernstige letselslachtoffers blijkt dat 16 procent in het eerste jaar ptss ontwikkelt. Bij kinderen is dit 12 procent. Ze hebben last van slaapstoornissen, herbeleving, extreme spanning en prikkelbaarheid. Het gebrek aan aandacht voor deze gevolgen staat in schril contrast met de aandacht die slachtoffers krijgen bij grote rampen, zoals het ongeluk afgelopen zondag met de monstertruck in Haaksbergen. Daar is psychische hulp juist ruimschoots aanwezig: Slachtofferhulp zegt in Haaksbergen nabestaanden, getuigen en slachtoffers meermaals actief te zullen benaderen voor gesprekken. Vlak na een ongeluk heeft bijna iedereen acute stressklachten, zegt Lindauer. 'Na een tijd moet dat afnemen. Gebeurt dat niet, dan kan het ptss worden.' Dit wordt vaak niet herkend. Artsen in het ziekenhuis zijn vooral bezig met fysiek herstel. 'Ook hun omgeving zegt vaak: jij hebt mazzel gehad, het is toch goed afgelopen?', zegt Jan Luitse, hoofd Spoedeisende Hulp AMC. 'En als ik ptss of de psychiater bij patiënten zelf ter sprake breng, zeggen ze: ik ben toch niet gek?'; 'Mensen hebben het altijd over het oorlogssyndroom', zegt Luitse. 'Vaak wordt gedacht dat alleen soldaten dit krijgen. Maar het komt onder onze neuzen gewoon dagelijks voor.';Opvallend is dat patiënten niet per se gewond hoeven te raken om ptss te krijgen. 'Wij zien geregeld mensen die uit een totaal verkreukelde auto zijn gezaagd, en geen fysiek letsel hebben - nog geen gebroken rib', zegt Luitse. 'Maar na een tijdje kunnen ze ineens niet meer functioneren op hun werk. Niemand begrijpt dat. Deze mensen krijgen arbeidsconflicten, maken ruzie thuis, drinken, komen nergens meer toe. Terwijl dat voorheen totaal anders was." Het artikel in De Volkskrant is hier te raadplegen. Het rapport is hieronder te downloaden.
Taak voor belangenbehartigers
Een belangrijke vraag die belangenbehartigers zichzelf moeten stellen, is: Is er voor mij een taak weggelegd? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. De voornaamste taken van een letselschadedeskundige die optreedt voor slachtoffers is het vaststellen van de aansprakelijkheid en de schade. Het is niet de taak van de belangenbehartiger op de stoel van de (huis)arts, psycholoog of psychiater te zitten. Immers, schoenmaker blijf bij je leest. Aan de andere kant is het de belangenbehartiger die tijdens gesprekken met zijn of haar clienten 'door' moet vragen. Niet alleen vragen naar de toedracht van het ongeval of wat de sociale omstandigheden zijn, maar het is minstens zo van belang om te weten wat er in iemands hoofd omgaat. Hoe eerder dat duidelijk is, hoe sneller daar wat aan gedaan kan worden met gespecialiseerde hulp. Het slachtoffer beperkt daarmee zijn schade en komt daardoor zoveel mogelijk in de positie die hij had voor het ongeval. En dat is het doel van de belangenbehartiging. De kosten van dergelijke hulp - wanneer die niet door de ziektekostenverzekeraar worden gedekt - kunnen in beginsel worden verhaald op de wederpartij.
De praktijk
Wij zijn geen psychologen of psychiaters, maar letselschadedeskundigen. Desondanks herkennen wij prima wanneer er meer speelt dan een gebroken arm of een whiplash. In de praktijk komen wij bijvoorbeeld geregeld het fenomeen verkeersangst tegen. Daar is wat aan te doen. Zo kunt u denken aan Raned, die gespecialiseerd is in verkeersbegeleiding. Alle betrokken partijen in een letselschadezaak, zien het slachtoffer graag weer zelfstandig functioneren. Ook in het verkeer.
Heeft u vragen of opmerkingen over dit artikel? Laat het ons weten en laat een hieronder een reactie achter.
Wilt u contact met een van onze deskundigen bel 0800 - 252 46 68 of vul het contactformulier in.