PER 1 JANUARI 2019: WET AFFECTIESCHADE IN WERKING
Smartengeld voor naasten en nabestaanden – een korte update.
Artikelen 6:107 en 6:108 BW
Na een lange wordingsgeschiedenis is de Wet Affectieschade per 1 januari 2019 in werking getreden. Een knap stukje Nederlandse wetgeving dat in Europees verband goed afsteekt tegen de ons omringende landen. Voor de letselschadepraktijk betekent dit dat de letselschadejurist een extra instrument in z’n toolkit heeft om de aansprakelijke veroorzaker van letsel of overlijden z’n verantwoordelijkheid te laten nemen voor z’n noodlottig handelen.
De wet geeft naasten en nabestaanden een zelfstandig recht op smartengeld. Let op: het gaat dus niet om vermogensschade maar echt smartengeld in de gebruikelijke betekenis (emotioneel belang). De wet beoogt een bijdrage te leveren aan de erkenning van het geleden leed.
Voor de naasten en nabestaanden is het een AFGELEID RECHT. Zij ontlenen hun recht op smartengeld aan de vastgestelde aansprakelijkheid van de veroorzaker jegens de ‘primair getroffene’ (het slachtoffer). Is er geen aansprakelijkheid, dan ook geen smartengeld.
In het kort:
· Het gaat uitsluitend om ongevallen die zich op en vanaf 1 januari 2019, hebben voorgedaan.
· De wet voorziet in gevallen van overlijden én in gevallen van ernstig en blijvend letsel (denk bijv. aan 70% functionele invaliditeit).
· Wie heeft recht op dat smartengeld? De partner (huwelijk, geregistreerd partnerschap, duurzame gemeenschappelijke huishouding), ouders en kinderen (volgens het personen- en familierecht), degene die duurzaam door de gekwetste werd verzorgd of degene die de zorg had voor de gekwetste. Aangevuld met een ‘hardheidsclausule’ (broers en zusters? Vgl. hun betere positie bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven), alsmede aan stiefrelaties.
· De wet voorziet in een tabel (met een getrapt model) waarin de bedragen aan de verschillende categorieën nabestaanden en naasten is weergegeven. Hierin is ook het letsel of het overlijden door een misdrijf (niet per se een geweldsmisdrijf) meegenomen. De bedragen lopen op van € 12.500 tot € 20.000 per aanspraakgerechtigde afhankelijk van onder meer de ernst van de gedraging of van het gepleegde feit.
· Hoe zit het met ‘shockschade’? Daarmee bedoelen we doorgaans het geestelijk leed (smartengeld) en de financiële schade die u ondervindt ten gevolge van de confrontatie met een schokkende gebeurtenis waar het uw naaste betreft. Door de shock bent u bijvoorbeeld arbeidsongeschikt geraakt met alle inkomensschade van dien. In de praktijk kan dat aanleiding geven tot hoge vergoedingen. Shockschade kan samenlopen met affectieschade. Dus opeenstapeling van affectieschade en shockschade zal zich kunnen voordoen.
· Ernstig en blijvend letsel gevolgd door overlijden door dat letsel geeft geen recht op beide uitkeringen. Bij overlijden als gevolg van het opgelopen letsel is de uitkering bij overlijden het maximum zodat de eerdere letsel-uitkering daarop in mindering zal worden gebracht.
Tot zo ver enkele ‘highlights’ uit de Wet Affectieschade. De bedoeling was om in enkele zinnen een wake up call te bieden voor deze nieuwe ontwikkeling in de letselschadepraktijk. We hebben ons beperkt tot de hoofdlijnen en we besloten enkele aspecten van juridische scherpslijperij voor het moment onbesproken te laten (zoals vererving en regres).
Ondertussen valt het te verwachten dat de bevoegde rechter in hem voorgelegde gevallen de meer open normen nader invulling zal geven, denk aan de positie van (stief)broers en (stief)zusters, de duurzame samenleving met een levenspartner, een mogelijke verzachting van de shockschade in geval van samenloop met affectieschade, om er maar een aantal te noemen. Vergeet ook gevallen van milieuschade/-letsel niet waarin het moment van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen niet altijd makkelijk is vast stellen.
Voor nadere vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.
Mr. Georges Biever