U overlijdt door een ongeval. Sterft uw letselschadeclaim dan ook?

Overlijdensschade en erfrecht van achterblijvers

Ten gevolge van verkeers- of arbeidsongevallen komen er mensen te overlijden. Dat is helaas een realiteit van alledag en ook onze deskundigen worden in hun praktijk met dergelijke kwesties geconfronteerd. Dit artikel heeft ten doel nabestaanden te informeren over de (erfrechtelijke) gevolgen van de claim die het slachtoffer wel of niet zou hebben gehad.

Hoe zit het met de vordering (claim) die een slachtoffer na een ongeval heeft of zou hebben gehad? Een dergelijke vordering bestaat grofweg uit zogenoemde vermogensschade en immateriële schade (smartengeld). Voor een goed begrip dient u te weten dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen iemand die onmiddellijk door het ongeval overlijdt of iemand die enige tijd na het ongeval overlijdt. Daarom verwijzen we in dit artikel naar de volgende twee voorbeelden.

Voorbeelden

In beide voorbeelden gaan wij er gemakshalve vanuit dat de slachtoffers niets te verwijten viel en dat de ongevallen veroorzaakt zijn door een ander die aansprakelijk is.

Voorbeeld 1: Ten gevolge van een arbeidsongeval komt mijnheer Jansen direct te overlijden. Hij laat zijn echtgenote en twee kinderen achter.

Voorbeeld 2: Ten gevolge van een verkeersongeval komt mijnheer Pietersen in het ziekenhuis te liggen. Twee weken later komt de heer Pietersen door een onvoorziene complicatie die te wijten is aan het ongeval, plotseling toch te overlijden. Ook mijnheer Pietersen laat een echtgenote en twee kinderen achter.

De erfrechtelijke gevolgen ten aanzien van de claim

De claim (de vordering) die de slachtoffers ten gevolge van het ongeval hebben blijft bestaan! Dat is in ieder geval al fijn om te weten voor de nabestaanden. De vordering maakt op het moment van overlijden meteen deel uit van de nalatenschap van het slachtoffer. Zodra de vordering van het slachtoffer geldend is gemaakt - dat de vordering wordt uitgekeerd - komt de schadevergoeding na de verdeling van de nalatenschap in handen van de erfgenamen.

Waaruit bestaat de letselschadeclaim na overlijden eigenlijk?

De vordering bestaat ten eerste uit de kosten van de lijkbezorging indien die niet door een uitvaartverzekering zijn afgedekt en voor zover ze in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene. Daarnaast kan(!) smartengeld deel uitmaken van de schadeclaim. In het geval van de heer Jansen wordt geen smartengeld uitgekeerd. Smartengeld gaat namelijk niet over op de nabestaanden als de aansprakelijke wederpartij niet is meegedeeld dat er aanspraak op die vergoeding wordt gemaakt. In het eerste voorbeeld is voor een dergelijke mededeling geen tijd geweest. In het voorbeeld van de heer Pietersen is het echter wel mogelijk dat de vordering van smartengeld op de erfgenamen overgaat. Daarvoor is wel noodzakelijk dat gedurende de twee weken dat de heer Pietersen in het ziekenhuis ligt de bedoelde mededeling aan de wederpartij is gestuurd.

Is er nog andere schade te verhalen? Zo ja, door wie dan? Ja, er is nog andere schade te verhalen. Het gederfde levensonderhoud dient door de aansprakelijke partij te worden vergoed. Degenen die daarop recht hebben, hebben een eigen vordering. De personen die deze vordering hebben, zijn niet per se de erfgenamen. Dat kunnen immers ook andere mensen zijn dan de in de voorbeelden genoemde echtgenoten of kinderen.

Kring van gerechtigden en hun vordering

Wie heeft een vordering voor gederfd, ook wel verschuldigd, levensonderhoud? De wet beschrijft een beperkte groep personen. Hier zijn deze personen zakelijk weergegeven (dit is niet de letterlijke wettekst):

  1. De achterblijvende echtgenoot – niet van tafel en bed gescheiden of de geregistreerd partner.
  2. De minderjarige kinderen van de overledene.
  3. Eventuele andere bloed- en aanverwanten die de overledene reeds in hun levensonderhoud voorzag ten tijde van het ongeval of op grond van een gerechtelijke uitspraak moest voorzien.
  4. De personen waarmee de overledene voor het ongeval  in gezinsverband samenwoonden en in wiens levensonderhoud hij voorzag.

Hoe lang de overledenen uit de voorbeelden in het levensonderhoud van de achterblijvende personen zou moeten voorzien, hangt af van de persoon. Ouders dienen bijvoorbeeld de studiekosten in ieder geval tot hun 21ste levensjaar betalen.

Ten slotte

Wie kan claimen als gevolg van het ongeval waardoor een naaste is overleden is, hangt dus af van de omstandigheden: leefden zij op enigerlei wijze samen, wel of niet in gezinsverband en dergelijke . Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat het nodig is om snel na een ongeval een deskundige in te schakelen. Die moet zorgen dat de erfgenamen ook het recht op vergoeding van immateriële schade behouden.

De voorbeelden hierboven zijn duidelijk. Er zijn echter ook afwijkende gevallen denkbaar. U kunt dan denken aan mensen die na een ongeval in een langdurige coma zijn geraakt. Neemt u vooral met ons contact op als u meer informatie wenst. Heeft u vragen of opmerkingen over dit artikel? Laat het ons weten en laat een hieronder een 'comment' achter.

Wilt u contact met een van onze deskundigen bel 0800 - 252 46 68 of vul het contactformulier in.